Hier leest U de uitgesproken tekst van mijn presentatie over Stralende Bomen op uitnodiging van kunstenaarsvereniging PALET in Zwolle. 21 mei 2023. Uit de reacties van het publiek bleek deze presentatie aardig toegankelijk. Nu heb ik de tekst op mijn website geplaatst, want vaak hoor ik dat ik nogal moeilijke teksten produceer.
Goedemiddag dames en heren. Hartelijk welkom in deze lezing over stralende bomen.
Het boek ‘Stralende Bomen’ heb ik geschreven samen met Sander Funneman. Sander heeft al wat meer gepubliceerd over het ‘Elektrisch Ecosysteem’ waarin planten en dieren leven. Zijn tweede boek ‘Elektrische Context’ beschrijft hoe de hele kosmos en het zonnestelsel in samenwerking met de aarde eigenlijk 1 elektrisch ecosysteem vormen. Ik kom meer uit een landbouwachtergrond. Waar ik heb ontdekt dat er allerlei vreemde technieken zijn die we met de conventionele wetenschap niet goed kunnen begrijpen. Maar als je in de kwantumtheorie duikt, dan zijn er ineens veel meer mogelijkheden om ‘vreemde technieken’ te verstaan. Ook helpt die theorie om de elektrische context van de natuur beter te doorgronden.
Die twee ondertonen van elektriciteit van het ecosysteem en kwantum fysische aspecten van de natuur zijn de dragers van dit boek geworden. Maar er is vandaag een derde drager in het spel. Vandaag ben ik uitgenodigd door de kunstenaarsvereniging Palet in Zwolle en zo kreeg ik eindelijk een kans om een oude hobby weer op te pakken: het verzamelen van wat kunstzinnig materiaal dat misschien dingen kan verklaren in directe visuele impressie die je met woorden bijna niet kunt uitdrukken. Dus ik heb een beroep gedaan op enkele kunstwerken – althans wat ik ervan begrijp – en die combineer ik met mijn eigen ervaringen met de uitstraling van bomen en planten. Dat is vandaag mijn aanbod aan jullie.
Ik ben heel benieuwd hoe jullie daarop gaan reageren en of het ook nieuwe ideeën oplevert waardoor jullie misschien anders met de bomen en de plantenwereld omgaan als je deze zaal weer verlaat.
De eerste vraag: wie van jullie heeft de tamme kastanje muziek horen maken? … Die muziek, dat idee dat planten muziek kunnen maken, gebruik ik als voorbeeld dat de plant niet alleen maar iets biologisch is, of iets fysisch dat je kunt aanraken, maar dat er ook een elektrisch aspect bestaat dat een rol speelt in het hele levensbeginsel van de plant. Vanuit dat idee kun je zelfs ‘muziek’ van de plant laten horen. Dat apparaatje is een uitvinding van de ecologische gemeenschap Damanhur in Italië. Zij zochten naar een manier om ook via het gehoor een impressie krijgen van planten of bomen. Je kunt ze namelijk wel zien en aanraken en zelfs proeven maar je hoort ze niet. Zij bedachten dat je die elektrische signalen in die plant via dat apparaatje – een MIDI-synthesizer, bekend uit de muziekwereld – kunt omzetten in tonen.
Dus het is niet echt muziek dat dat die plant speelt, maar het is een vertaling van elektrische activiteit van die plant. En die activiteit is dan in tonen hoorbaar. Dat gebruik ik om te laten zien/horen dat elektriciteit werkelijk een bestaand aspect is in het plantenleven.
En als je die ervaring tot je door laat dringen dan heeft dat allerlei consequenties voor je communicatie met bomen. Daarover volgt vanmiddag meer.

Dit is de omslag van het boek, gemaakt door Mark Stolk. Het gaat dus vanmiddag om dit nieuwe perspectief dat een volkomen nieuwe kijk biedt op je contact en gevoel van verbinding met planten.
Dit verhaal is vooral gebaseerd op mijn persoonlijke ervaring met het voelen van de energie van planten -met mijn handen -, maar ook met het werken met een simpel voltmetertje. En een beetje wetenschappelijke verdieping, maar daar zal ik jullie niet mee vermoeien, niet meer dan Ollie B. Bommel zou kunnen begrijpen van de kwantumtheorie.

Dit is een kunstenaar die jullie allemaal wel kennen. De Sterrennacht van Van Gogh. Er is veel discussie over die wolkenpartijen met hun heel bijzondere vorm, over wat dat zou voorstellen. Er wordt wel gezegd: Dat zijn lenswolken; maar dat klopt natuurlijk niet want zulke wolken zijn vlak. Dus die wolken van van Gogh hebben een andere betekenis.
Nou is het licht, het geel, voor Van Gogh – dit werk wordt gerekend tot zijn religieuze schilderijen – de representant van het goddelijke. En dat vindt hij overal, overal zie je dat geel. Zelfs weerspiegeld in de ramen van de huisjes, maar niet in de kerk. Hij voelde spanning tussen de officiële leer en zijn eigen mystieke beleving van het geloof, als Navolging van Christus. Ik denk dus gewoon – het is tenslotte de toeschouwer die zijn interpretatie bepaalt van het schilderij – ik denk dat hij hier de geest Gods ziet waaien. Hij ziet de geest Gods in de kosmos en in de hele natuur, ook aanwezig in het eenvoudige volk dat in het dorp leeft. Hij heeft op die manier iets geprobeerd uit te drukken wat we niet kunnen zien.

Een andere grootheid op dat vlak is Mondriaan met zijn Rode Boom. Naar mijn smaak heeft Mondriaan ook in zijn vroege fase – later ging hij ‘theedoeken’ schilderen – in zijn vroege fase heeft hij ook al geprobeerd om achter de natuur datgene te zien wat je met het oog niet ziet, de kracht of de energie die erachter beweegt, een soort vormgevend beginsel dat de natuur vormt. Hij drukt die vormgevende en verbindende energie uit met dat rode in de aarde, in de boom en ook in de kosmos. Hier zie je dus een impressie van wat Mondriaan ‘zag’ achter de boom.
En dan zijn laatste werk, de Victory Boogie Woogie. Zo dat is die ‘theedoek’, hij hing ook zoals een theedoek aan een haakje hangt, met de punt naar boven. Daar was hij eigenlijk het meest trots op. Toen is hij ook gestorven. Waarom was hij daar zo trots op? Hij heeft geprobeerd het onzichtbare achter de werkelijkheid zichtbaar te maken. Dat deed hij met lijnen en vlakken. Vlakken stonden voor materie, lijnen voor de geest. Hij wilde als schilder de geest uitdrukken in materie zonder die te verbeelden – geest is immers onzichtbaar -. Op dit laatste schilderij zie je namelijk geen lijn geschilderd. De lijnen worden echter wel gesuggereerd door de schikking van de vlakken. Zijn manier om de onzichtbare vormgevende geest weer te geven in materie. En zo wil ik eigenlijk uw aandacht vragen voor het ervaren van het niet zichtbare van de planten en de bomen.

En dat verkennen van het onzichtbare gebeurt niet alleen in Europa. Ook in Oostelijk Afrika: in de kunst van de Makonde beeldhouwers bijvoorbeeld, die zich in hun bewerking van het hout laten leiden door de nervatuur van het hout. De uiteindelijke vorm van het beeld is dus niet van tevoren gepland. De beeldhouwer heeft dit kunstwerk ontwikkeld in samenwerking met dat hout. Dit beeld toont daarmee een intieme interactie tussen de natuur (van het hout) en de mens (deze beeldhouwer). En de beeldhouwers in die cultuur zien zichzelf als medewerkers van de grote oorspronkelijke Beeldhouwer die de mens hiew uit hout. Ze zeggen dus: “Alle beeldende bewegingen die ik vandaag als beeldhouwer maak, zijn een voortzetting van die oorspronkelijke scheppende beweging van de oorspronkelijke grote Beeldhouwer.” Dit beeldhouwen heeft voor hen een sterk spirituele lading.

Ook in de Chinese cultuur vind je heel sterk ontwikkeld denken over de subtiele energie in het menselijk lichaam maar ook in de hele natuur. Energieën die je niet kunt zien maar wel kunt ervaren of voelen. U kunt zich er wel iets bij voorstellen. Zij onderscheiden drie varianten van subtiele energie. Hier onderin heb je de Jing energie, dat krijg je mee bij je geboorte, dat legt een fundament onder je hele bestaan. Dan zie je boven bij het hoofd de Shen energie, je verbinding met de spirituele werkelijkheid. En in het midden de Ch’i, je vitaliteit of levensenergie van dit moment. En deze drie interacteren altijd, je totale energie is dus altijd een wisselende balans van die drie varianten.
In Drenthe ligt een tuin die ontworpen is op basis van dit beeld van de energie in het lichaam van een foetus. De ontwerplijnen in deze tuin volgen de energielijnen van deze foetus. De subtiele opstijgende energie door de ruggenmerg kun je in de tuin zelfs lijfelijk voelen. Die opstijgende energie wordt gevoed uit het hart, vanuit de longen en wordt opgestuwd door het pompwerk in de onderbuik. Ik vind deze tuin een prachtig voorbeeld van hoe intiem de natuur (je tuin) een verbinding kan vormen met je menselijk lichaam. En andersom, dat je jouw lijf bij wijze van spreken kunt herkennen in die energetische lichaamsvorm die neergelegd is in die tuin.

De natuur is intelligent … en wij? Dat is voor mij de kapstok om te vertellen over meneer Narby. Dat is een antropoloog van Zwitsers-Canadese afkomst die onderzocht heeft waar de sjamanen uit het Amazonegebied in Brazilië hun natuurkennis vandaan halen. Op grond van die studie heeft hij een hele interessante hypothese ontwikkeld. Hij heeft hen gevraagd: “Wat is volgens jullie nou eigenlijk het dragende principe van het leven?” En hoe ze erachter kwamen – via ayahuasca, via dromen of via andere connecties met de natuur – dat laat ik even in het midden, maar ze zeiden: “Wat het leven draagt zijn twee in elkaar gedraaide slangen en die geven licht, ze wonen samen met lichtgevende geesten.” Verrek, dat is hetzelfde verhaal dat de moderne celbiologen ons vertellen, het leven wordt gedragen in het DNA met zijn in elkaar gedraaide ketens en sinds het eind van de vorige eeuw weten we dat DNA ook licht uitzendt.
Ik vind het heel frappant dat je met de traditionele benadering een vrijwel identiek beeld schetst als met een wetenschappelijke benadering. Alleen dat kost veel meer instrumentarium en neemt veel meer tijd in beslag. Die intuïtieve weg van communiceren met natuur is misschien wel heel snel en toch heel grondig. Zelfs een hoogleraar in Zuid-Afrika, die zei me dat we met al onze computermodellen geen volledig beeld kunnen krijgen van alle interacties in een ecosysteem. We kunnen nooit zoveel data in een model stoppen van de bodems, al die insecten, planten en struiken en van het grote klimaat om via dat model een betrouwbare indruk van de werkelijkheid in dat ecosysteem te kunnen krijgen. Dus als wij gaan interfereren met de natuur dan moeten wij onze intuitie meer gaan vertrouwen. Dat is een heel interessante uitspraak. Misschien is je intuïtie wel een betrouwbaarder instrument voor het kennen van de complexiteit in de natuur dan wetenschappelijk onderzoek. Dit vertrouwen vraagt alleen wel persoonlijke groei, een persoonlijke ontwikkeling, om te vertrouwen op wat je nou eigenlijk waarneemt. Het heeft mij ook jaren gekost voordat ik mijn intuitie ging vertrouwen.
Dan even een sprong naar de wat meer moderne kennis. En dit is een hele fundamentele voor vandaag. Dit is het afscheid van het deeltjesdenken dat we op school hebben geleerd. Je herinnert je wel het verhaal van Newton die een appel op zijn kop krijgt en denkt: Verrek, zwaartekracht. Sindsdien is dit inzicht breed gebruikt en heeft inderdaad tot heel interessant resultaten geleid. Maar als je met Einstein (E=mc2) zegt dat Energie E en Massa m gelieerd zijn, dan kun je zeggen dat alles wat massa heeft ook frequentie heeft, dat alles wat massa heeft ook energie heeft. Zodra je dus van deeltjes in golven gaat denken, maak je een enorme sprong. Want deeltjes heb je hier en daar en die zijn misschien niet met elkaar verbonden, maar golven interfereren altijd. Ook over grote afstanden. Ja, let dus maar op. [Gelach] Als je een boom ziet of ervaart als iets dat energie uitstraalt – wat altijd een frequentie heeft – en je jezelf ook beschouwt als en verschijnsel wat energie heeft en golven uitstraalt en als dat interacteert, dan gebeurt er wat aan beide kanten. Dus jij beïnvloedt de boom en die boom beïnvloedt jou. Van beide zal ik voorbeelden geven.
Ja, als mensen vragen hebben, laat maar weten. [Opmerkingen uit de zaal geef ik hier weer tussen aanhalingstekens.]
“Als je E=mc2 hebt, moet die massa dan niet ook energie hebben om in beweging te komen?”
Inderdaad, massa is zelf inert: als er geen energie aan te pas komt dan gebeurt er niks met massa.
“Als ik dan naar de boom kijk dan denk ik aan die sapstromen, daar zit beweging.”
In die vaten beweegt iedere keer energie, daar stroomt van alles, dus heb je een elektrisch veld en per definitie dus een magnetisch veld. Een boom heeft een magnetisch veld. U hebt ook een magnetisch veld. Als die velden elkaar raken dan verandert de elektriciteit van ionen en elektronen. Als die twee magnetische velden met elkaar in contact komen dan gebeurt er aan beide kanten iets elektrisch. Net zoals wanneer je je tandenborstel op de houder zet, dan loopt er geen stroompje naar je batterijtje in de borstel, maar de borstel staat in een magnetisch veld dat het stroompje opwekt dat je batterijtje oplaadt. Er is overdracht van energie maar er loopt geen stroompje. Dat soort processen loopt ook in het menselijk lichaam of in een boom en tussen beide.

Nicola Tesla: “Als het universum wilt begrijpen, denk dan in energie, en dan heb je het meteen over golven, energie en over frequentie.” Dan kom je heel interessante woorden en begrippen tegen die je in het deeltjesdenken niet tegenkomt, zoals resonantie. Je kunt met elkaar in een soort harmonische trilling geraken, resoneren. Als je daarin meegaat kun je beter begrijpen wat de natuur je heeft te vertellen.
En dat je dan ook snapt dat met jouw geest en jouw hart – het magnetisch veld van je hart is wel honderd keer sterker dan dat van je geest – … als jouw geest en jouw hart in harmonie zijn, dan versterken ze elkaar, dan gebeurt er echt wat. Als je met liefde – je hart – en met kennis – je brains – met planten bezig was, ging het altijd goed.
U had een vraag mevrouw?
“U vertelt over de interactie tussen een mens en een boom. In de moderne natuurkunde wordt wel gezegd dat die boom of die tafel anders is als je er wel naar kijkt, dan als je er niet naar kijkt. [HK: of misschien zelfs niet bestaat als je er niet naar kijkt.] Misschien heeft dat ook wel met die interactie te maken, dat er dan wat verandert tussen jou en de atomen en moleculen van de tafel, waardoor die alleen bestaat als je ermee in contact bent.”
Inderdaad. U maakt nu een sprong naar de kwantumnatuurkunde en ik kan het niet laten er even op in te gaan. Een van de hele interessante aspecten van de kwantumnatuurkunde is dat ze zeggen dat de observer invloed heeft op de waarneming. Dat heet het observer effect, het waarnemerseffect. Je kunt een proef niet zo ontwerpen dat je objectief kunt bepalen wat er gebeurt. Er is altijd invloed van de waarnemer. Dus de poging tot objectieve wetenschap is eigenlijk onderuitgehaald met de kwantumtheorie. We zullen dus nieuwe technieken van onderzoek moeten ontwikkelen waarmee we de subjectiviteit van de waarnemer meenemen in de opzet van het onderzoek. Met een heel andere statistiek, daar zijn we nog niet uit. Dat werpt dus allerlei nieuwe vragen op. Zo ook de vraag of de werkelijkheid nog bestaat als ik dood ben. Ik heb aardig wat mensen zien doodgaan en de natuur is niet veranderd, dus er zit hier iets wat ik niet begrijp, dus dat de werkelijkheid zou afhangen van de waarnemer die waarneemt. Hier zit iets wat ik dus niet kan vatten, dus kan ik er ook beter maar niet op in gaan. Ik hoop dat U daarmee akkoord kunt gaan.
“Ja, ik kan het ook niet vatten, dus … ”
“Het hangt misschien een beetje af van de schaal. Je werkt in de kwantumschaal met de heel kleine schaal van atomen en moleculen en het universum is veel groter [ook bestaand uit atomen en moleculen]. En die blijken toch heel erg met elkaar verbonden. Met zwarte gaten enzo … “
Dus misschien zit daar het geheim wel dat het grote altijd via het kleine benaderd moet worden. Want alles wat groot is bestaat ook uit het kleine. En het kleine heeft wel degelijk effect op het grote en andersom.
“Hier maak je dus steeds die grote sprong.” “En het zal per persoon verschillen, de manier waarop je kijkt. Iedereen kijkt anders. Niets kan dus voor eenieder hetzelfde zijn.”
Het waarnemen is dus heel subjectief. De kunst wordt nu, als we daarover met elkaar willen communiceren, om die subjectiviteit een plek te geven.
“Ja.”
Jouw waarnemingen, kloppen die met die van mij of met die van je buurvrouw?
“Ja precies.”
Dat vraagt echts iets voor onze communicatie onderling. Waarbij die objectiviteit pas ontstaat als die verhalen redelijk op elkaar lijken.
Als je bijvoorbeeld de energie van een boom voelt – iets wat je niet kunt zien – dan denk je misschien dat is flauwekul, maar als je met drie of vier mensen tegelijk die uitstraling waarneemt op dezelfde plek. Dan is dat onzichtbare dus wel iets van de werkelijkheid, ook al hebben we dat zeker een eeuw over het hoofd gezien. Door die intersubjectiviteit die op elkaar lijkt, groeit er toch een objectivering van iets van de werkelijkheid dat je niet kunt zien.
“Ja.”
Dit zijn dus allemaal kennisaspecten van de werkelijkheid, die al honderd jaar geleden ontwikkeld werden in de kwantumtheorie, maar waar bijvoorbeeld aan de landbouwuniversiteit een eeuw later nog geen aandacht aan geschonken wordt. Veel wetenschappers zeggen zelfs, ‘Ja het zal wel, je vlucht in esoterische kwantumflauwekul omdat je gewoon niet kunt verklaren wat er gebeurt.’ En dan begin ik zo langzamerhand te denken, tja, ik moet mijn ervaring, dat die energie er is, toch serieus nemen, die kan ik niet meer ontkennen. Dus mijn lichamelijke ervaring, van die subtiele energie, zet ik tegenwoordig boven mijn huidige wetenschappelijke kennis. Ik hoef mijn lichamelijke ervaring niet weg te schuiven omdat er geen theoretische verklaring voor zou zijn, maar de wetenschap heeft nu de uitdaging om mij te verklaren wat er nu eigenlijk aan de hand is of wat er gebeurt.
Het interessante is ook dat aan de Wageningen Universiteit langdurig ontkend werd dat de kwantumtheorie relevant zou zijn voor de landbouw. Maar in 2015 is het eerste boek verschenen over kwantumbiologie, dus over de toepassing van de kwantumnatuurkunde in levensprocessen. Voor mij was dat een enorme opsteker, dat gezegd werd door kwantumwetenschappers, dat je de kwantumtheorie inderdaad kunt toepassen op planten en dieren en mensen. Dat is echt een doorbraak en die gaat beslist door, die gaat verder en wordt steeds sterker. Frappant is dat er gewoon een explosie plaats vindt in het aantal publicaties op die gebied. Dus die visie van Massa, Energie en Informatie, waar je ook wel eens wat over leest, MEI, die combinatie die gaat het echt worden in de toekomst. Een fundamenteel nieuwe visie op de natuur. Een nieuwe visie op de werkelijkheid. Je hebt dus de deeltjes – met massa – en je hebt de golven – met hun energie en je hebt de informatie dat altijd in de golven zit. De vorm van de golf is die informatie.
“Over deeltjes in de lucht, in de atmosfeer, zoals zuurstof en stikstof. Die zie je niet maar ze zijn er wel …. Dus informatie zit ook in de lucht.”
Ik heb het nu over massa, en deeltjes hebben altijd massa, ook die in de lucht. Dus ik heb het nu over die M en E en I, MEI, dat wordt het nieuwe concept, de basis voor onderzoek naar de natuur.
Nou, dit was eigenlijk het voorafje om straks iets meer van het boek te begrijpen. [Gelach].

We zij erg blij met het tekenwerk van Mark Stolk. Je hebt het misschien al gezien in de expositie. En zo niet, dan kun je er straks nog even naar kijken. Nu een paar voorbeelden van wat je in het boek kunt tegenkomen. Ik heb trouwens nog een paar exemplaren op de leestafel liggen. Dus als je er een wilt kopen dan krijg je het vandaag met auteurskorting, 20 euro in plaats van 28 euro. De kleurenversie is 30 euro in plaats van 39.

Het eerste voorbeeld wat je ziet in het boek is eigenlijk al uit het begin van de vorige eeuw. Dit plaatje van een oud tijdschrift toont het Amerikaanse leger dat in de jungle communiceerdedoor de radioverbinding te zoeken via bomen als antennes. Die antennedraden hingen ze aan spijkers in de boom. En die officieren zijn aan het communiceren. Nu denk je misschien dat zal wel iets anekdotisch zijn, maar in 2013 hebben onderzoekers uit Eindhoven dat getest.
Zij waren wel zo netjes om niet meer spijkers in de boom te slaan maar hebben hun boom zo min mogelijk beschadigd door er een antennedraad als een ring omheen te wikkelen. En ze hebben contact gekregen met radioamateurs in Ukraine en Italië. Dus die boom ontvangt trillingen, geeft ze door en er lijkt weinig schade aan die boom. Een boom is dus een wezen dat met die trillingen omgaat.

In dezelfde tijd ongeveer heeft de Nederlandse kunstenaar Lauweriks deze boom geschilderd. Dat was ongeveer in diezelfde tijd van Tesla, toen begonnen die ontdekkingen te komen. Ik dacht achteraf, misschien hadden we die wel als titel voor ons boek kunnen gebruiken: dit is een stralende boom.

Voltmetertje aan een boom. Naast het feit dat je de energie uitstraling van een boom kunt voelen, kun je het elektrische deel ervan ook gewoon meten. Met een simpel voltmetertje dat je in de supermarkt kunt kopen. Als die metingen uitvoert dan zie je dat bomen een spanningsverschil vertonen van tussen de pakweg 50 of 100 milliVolt tot 500 of 600 mV. Een enorm sterke eik kan soms 1000mV = 1 Volt leveren, genoeg om een led-lampje te laten branden. En daarmee maak je een heel interessant onderscheid in de vitaliteit van bomen. Dus door zo’n apparaatje aan een boom te prikken en de voltages te meten heb je al een eerste indruk of die boom nou sterk of zwak. Als je, zeg maar, onder de 100 mV meet, dan heb je waarschijnlijk een zwakke boom. Als je boven de 150 tot 200 mV meet, dan heb je een sterke en goed groeiende boom. Dus de elektrische potentiaal van een boom geeft al een indicatie van de vitaliteit van die boom. Dat is ook de basis onder dat apparaatje ‘Muziek van de Plant’, alleen dat reageert alleen op de interne weerstand in die boom. Dat apparaatje is een MIDI-synthesizer, een apparaatje uit de muziekwereld dat is ontworpen om elektrische signalen om te zetten in tonen. Die synthesizer hebben ze op een slimme manier verbonden met die boom. En daarom zeg je dus niet ‘die boom maakt muziek’, maar je zegt eigenlijk die boom heeft een elektrisch leven.
Als een mens dicht bij een boom met zo’n apparaatje zit, dan kan de volgorde van tonen zelfs informatie geven over de ziekte van die persoon. Dat is allemaal frontlijn verkenning.

Muziekfestival Deventer. Een paar jaar geleden kreeg ik een vraag van een paar mensen die een festival in het Stadspark Deventer wilden organiseren. ‘Ja, er zijn wat klachten van mensen om het park heen. Want al dat lawaai van die muziek en zo dat is helemaal niet goed voor die bijzondere bomen die hier in dat park staan. Kun jij daar wat verstandigs over zeggen?’
Voor die gelegenheid heb ik voor het eerst zo’n ‘Muziek van de Plant’ apparaatje gekocht om de muziek van de bomen te meten. Ik heb een voltmetertje in mijn zak gestoken en ik heb zelf de capaciteit om de energetische uitstraling van elke boom te voelen met mijn handen.
Wat zouden jullie zeggen: Heeft een boom last van muziek? ….. Wie denkt van wel, steek even je vingers omhoog. …. Wie denkt van niet. …..
“Misschien hangt het ook van de soort muziek af?” [rumoer ….]
Inderdaad de soort muziek is heel belangrijk. Het is niet zo dat als je maar Bach draait dat alles goed is. Dat kun je checken door de energie van die boom te voelen. Dat is niet wetenschappelijk verantwoord, niet objectief, aardig subjectief, maar als twintig mensen ongeveer hetzelfde meten wordt de waarneming behoorlijk objectief. Als de energie van de boom uitdijt, is dat een teken van toenemende vitaliteit van die boom. En andersom, als de plaats waar de energie waarneemt naar de stam van de boom toe beweegt dan verzwakt de muziek die boom op dat moment.
Wat gebeurde er nu bij dit hoofdpodium, met wat ik ‘acceptabele muziek’ vond met een mooi ritme en veel zang? Vlak bij dat podium stonden twee zwakke eiken. En du moment dat de muziek begon, begon de energie van de boom uit te dijen. Ik had die energie drie dagen vooraf ook gemeten en het was iets van 70 of 80 en nu werd het 150mV. Die zwakke bomen kregen echt een energie impuls. Maar bij het Techno podium stond een rode beuk en die deed het omgekeerde, die kromp in elkaar. Drie dagen na het festival heb ik de uitstraling en de energie opnieuw gemeten om te weten wat er van die bomen geworden was. De eiken hadden hun versterkte niveau behouden, die hadden dus echt een welkome impuls genoten van die muziek. En de rode beuk was weer terug op zijn oude energieniveau.
Het is dus heel bijzonder dat die energie impulsen van die muziek wel degelijk invloed hebben op de bomen. En afhankelijk van de toestand van de boom heeft muziek dus een versterkend of belemmerend effect.
“Verschilde het ook nog per soort bomen?”
Dat denk ik ook. Zelf heb ik ooit wat proefjes gedaan met verschillende soorten muziek bij verschillende planten. Ik kom dan tot de conclusie dat je niet de hele tijd dezelfde muziek moet aanbieden, maar dat de plant in elk ontwikkelstadium andere muziek nodig heeft.
“En maakt het verschil tussen een berk en een beuk en een eik? Die reageren heel verschillende op een bepaald soort muziek.”
Mij is geen onderzoek bekend dat dit soort vragen systematisch heeft onderzocht.
“Bij de mens ook. Ik ben voorzitter geweest van een sportvereniging. Voor het jaarfeest hadden we een extra dure band ingehuurd. We aarzelden echter want meestal gaan de toehoorders – nadat de muziek is afgelopen – de boel afbreken. Dat is helemaal geen probleem, had de bandleider gereageerd. Want wij bepalen met welke muziek wij afsluiten en dat bepaalt of de mensen rustig naar huis gaan of helemaal uit hun dak gaan en de boel afbreken. Dat zal wel, dachten wij. Maar hij heeft het aangetoond en het werkte grandioos mooi. Ze namen andere ritmes en andere klanken en je zag de meute rustig worden.” [rumoer].
“En de slaapliedjes!”
Die gaan we nu niet zingen! [Gelach].
Bomen zijn dus gevoelig voor muziek. En je kunt elk moment uitzoeken welke muziek hen ‘het best bevalt’ door de uitstraling van die boom te voelen. Als de uitstraling uitdijt, dan doet die muziek de boom op dat moment goed. Als de energie inkrimpt, dan verzwakt het de vitaliteit van die boom. Je zou dus kunnen proberen om voor een plant of een boom een hele serie waarnemingen te doen en daarmee misschien wel een muzikaal adviespakket kunnen aanbieden: welke muziek werkt wanneer versterkend op de vitaliteit en dat voor elke plant of boom.
“Trillingen van muziek is toch ook geluid?”
Jazeker en dat is dus overdracht van energie. Die zwakke eik heeft die energie meteen opgepikt. En de grap is: dit blijft resoneren, die impuls beklijft, want na drie dagen hebben beide eiken dat hogere niveau van energie vastgehouden.

Trillingen bepalen vorm. Het is dus overdracht van energie, maar het is tegelijkertijd overdracht van informatie, want die trillingen hebben een vorm. En die vorm wordt opgepakt door de plant. Ik zal er een beeld van laten zien. Je hebt allerlei vormen die je in de natuur tegenkomt, het bouwsel dat je ziet als je een dwarsdoorsnede maakt van een vrucht of een stengel. En vergelijk die vormen in de natuur maar eens met de vormen die ontstaan in losse zandkorreltjes die gaan dansen op een dunne ijzeren plaat als er in verschillende toonhoogten (= verschillende frequenties) gezongen wordt. Ik hoop dat mijn speaker het doet ….
Elke toon heeft zijn eigen frequentie, een bepaalde golflengte en die patronen die ontstaan hebben te maken met de golflengte van die trillingen. Als je dat enige tijd blijft toepassen op planten dan geeft dat vorming van de cellen en structuren van die plant.
“Hebben die ijskristallen dan ook allemaal zo’n unieke vorm?”
Bedoel je de kristallen van Emoto? Die hebben inderdaad vaak heel mooie harmonische vormen als er harmonisch geluid of en mooie intentie wordt uitgezonden. En als het chaotische muziek is of een lelijke intentie, dan krijg je een amorf kristal. Dus dat is een variant op hetzelfde idee. Dat betekent dus ook dat al het lawaai dat wij in de natuur rondstrooien, van autoverkeer tot frequenties van zendmasten en mobiele telefonie, dat heeft dus ook invloed op het leven van de planten. En het kan best heel lang duren voordat je de effecten ziet. Ik verwacht uiteindelijk ook effecten van de frequenties van 3G, 4G en 5G op planten en bomen. Ik verwacht dus – op grond van deze inzichten – dat we op termijn van enkele jaren schade zien toenemen aan planten, maar vooral ook aan insecten. Die hoge frequenties van 5G dringen wel minder diep door in ons weefsel – denk aan een millimeter – dus wij zullen er misschien minder van merken … hoewel onze huid ook verbindingen heeft met de binnenwereld van ons lichaam. Maar insecten met hun vliesdunne vleugels, boombladeren, nematoden en dergelijke hebben een dikte of een omvang van minder dan een millimeter, dus hun hele lijf staat bloot aan die heel kortgolvige frequenties.
“Ja ik vroeg me af: een mens bestaat voor 80% uit water en is dus gevoelig voor muziek. Maar een boom bestaat niet uit zoveel water. Dus zou die dan niet minder gevoelig zijn voor trillingen van muziek?”
De boom bestaat zeker voor een groot deel uit water (vooral in het blad en de sapstromen), meer dan voldoende om dat effect over te dragen op de cellen en de structuur van de boom. In die sapstromen zit van alles opgelost, het is dus water van een wat smeuiige vorm die wel degelijk gevoelig is voor de invloed van die elektromagnetische velden die daar omheen actief zijn.
“En je hebt aan een boom ook heel kleine twijgjes, die dus ook gevoelig moeten zijn.”
Ja en dat geldt natuurlijk ook voor de fijne wortels in de bodem. Ook nematoden zijn heel gevoelig voor dit soort hoogfrequente straling. Dus ook het bodemleven wordt daardoor beïnvloed. Daar weten we nog heel weinig van, van al die mogelijke effecten. En dat moet ik toch een keer hardop zeggen: het is dus heel belangrijk om hier serieus onderzoek naar te doen voordat we 5G volledig gaan uitrollen. We hebben geen idee van wat het met de natuur kan doen. Ik beschouw de mensen die heel gevoelig zijn voor die straling als een soort thermometers voor de samenleving. Zij laten zien dat er iets aan de hand is, dus laten we toch voorzichtig zijn.

Teunisbloem en bij. Onderzoekers in Israël hebben onderzoek gedaan naar de Teunisbloem en hoe die reageert op het gezoem van bijen. Dat onderzoek wijst uit dat die bloem binnen 3 minuten 20% meer nectar produceert als de zoemende bij dichtbij komt. Dus als die bij even bezig is dan krijgt zij meer nectar en vliegt daarmee weer terug naar de korf. Maar nu de grote grap: als je geen bij hebt maar een apparaatje dat diezelfde zoem-frequentie uitzendt, dan doet die teunisbloem hetzelfde, alsof er een bij in de buurt is. Ik vind het fascinerend als je ziet hoe sterk de natuur kan reageren op allerlei frequenties. En op bepaalde frequenties wordt niet gereageerd, maar van dit geheel weten we verdraaid weinig af.
“Zou die bloem ook kunnen leren? Bijvoorbeeld als de toon vele malen met zo’n apparaatje wordt uitgezonden terwijl er geen bij komt om de nectar te oogsten, zou die bloem dan nog steeds nectar blijven produceren, of zou die leren en niet meer reageren op dat signaal?”
Hele goeie vraag, ik denk van wel. Je zou kunnen zeggen een plant heeft geen intelligentie, maar je kunt beter zeggen, een plant heeft geen intellect. Het is geen intellectuele argumentator die kan ouwehoeren zoals wij (zoals ik in ieder geval). Maar een plant is wel intelligent. Er is een groot verschil tussen intellectueel en intelligent. Ik zou zeggen: intelligentie kun je herkennen in de natuur. Er zijn talrijke onderzoeken die aantonen dat planten kunnen leren. Neem het kruidje-roer-me-niet. Als je dat aanraakt dan vouwen de blaadjes naar binnen. Maar als je die een paar keer aanraakt, zonder dat er verder iets gebeurt, dan reageert dat plantje al binnen een paar minuten nauwelijks of helemaal niet meer op die aanraking. Als de aanraking verder geen consequenties heeft, waarom zou die plant dan nog reageren? En ik denk dat uiteindelijk dat leren zich ook vertaalt in het DNA en die kennis daarmee voortplant op volgende generaties.
“Is dat leren niet meer afleren? Niet leren maar iets niet meer doen is afleren.”
Ja ik denk dat U daarin gelijk heeft. Het ligt voor de hand.
”Acaciabomen produceren bepaald gas als de giraffen komen en te veel blaadjes eten. En dat gas informeert andere acacia’s om ook dat gas aan te maken.”
Kent U dat verhaal dat Ton hier aanreikt?
“De giraf heeft zo’n lange tong waarmee hij die kleine blaadjes tussen de doorns kan weghalen. Ja dat vindt de acacia natuurlijk niet leuk, maakt dan bittere stoffen aan die de giraffen niet lekker vinden. En hij produceert ook gassen die de andere acacia’s in de omgeving bereiken en die gaan dan ook die bittere stoffen aanmaken die de giraf niet lekker vindt. Zo beschermt deze plantensoort zich tegen te veel schade.”
Dat toont dus een heel snelle reactie van de plant die ook wil overleven bij veranderingen in zijn omgeving, dat is een vorm van intelligentie. De plant onderneemt actie, op grond van een waarneming. Dat zou je een vorm van bewustzijn kunnen noemen, ook al zie je geen hersenen in een plant.
“Bij mij thuis zeiden ze altijd je moet met een plant praten als hij het niet goed doet.”
Blijven doen! Als de frequentie van je hart resoneert met de frequentie van je brains dan geeft dat een sterke reactie in de plant waarop jij je intentie richt. De draaggolf van je hart brengt de frequentie van je intentie over naar de plant. Dat is een harmonische trilling die orde brengt in de plant. Daarmee kun je de wanorde – de verzwakking – corrigeren. Zo zie ik dat voor me. Wat we vroeger groene vingers noemden zou je nu een kwantumfysisch proces kunnen noemen.
“Ja, ja.”
“Je merkt het ook in je tuin met uitheemse planten. Dan krijg je veel minder bijen en vlinders. Die reactie van de planten naar de bijen geeft een afwerend effect en als je inheemse planten groeit dan komen al die bijen erop af. Dat moet ook een vorm van relatie zijn op basis van seinen die uitgewisseld worden. Toch?”
Ja, mooi voorbeeld. Dank.

We hebben het over geluid gehad. Maar ook de veel hogere frequenties van licht hebben invloed. Denk aan het verschil tussen dag en nacht. Dan gebeuren er fysiologisch heel andere processen on de plant. Met het apparaatje ‘Muziek van de Plant’ kun je meten dat de plant overdag en ’s nachts elektrisch vrijwel even actief is, alleen zijn de chemische processen heel anders. Het gaat zelfs zover, dat onderzoekers licht meten bij de wortels ondergronds als ze enkele bladeren bovengronds in het licht zetten. De plant kan dus licht verplaatsen door zijn hele systeem heen, of iets anders gezegd, de plant laat licht door, waarschijnlijk door het floeem (en misschien het xyleem).
We hebben het bij licht over veel hogere frequenties dan van geluid. Juist hier worden de wetten van de muziek interessant: de resonantie van tonen. Elk hoger octaaf heeft precies de dubbele frequentie en dat gaat vele octaven zo door. Je mag dus veronderstellen dat licht frequenties enig effect hebben op geluidsprocessen en dat geluid enig effect heeft op de veel hogere lichtfrequenties. Vanwege die resonantie. De wetten van de muziek pas je dan toe in de biologie.

Ook van licht en bomen hebben kunstenaars werk gemaakt. Vitor Schiettie heeft geprobeerd om het lichtwezen van de plant op deze manier weer te geven. Je ziet lichtlijnen komen van boven – de zon – maar ook intern in de plant en tussen planten.

Daarvan – van die communicatie tussen bomen – laat ik wat filmpjes zien van Suzanne Simard. Misschien hebben jullie wel van haar gehoord. Zij is Canadese bosbouwkundige. Zij wilde onderzoeken of er daadwerkelijk stoffen worden uitgewisseld tussen bomen en dat ze dus een vorm van samenwerking of symbiose zouden vertonen. Dat deed zij met C14, een licht radioactieve stof. Ze injecteerde dat in een boom en onderzocht dan of ze dat kon terugvinden in bomen eromheen. En dat bleek het geval. Ze heeft aangetoond dat een bepaalde boom andere bomen kan voeden, vooral als ze van dezelfde soort zijn.
Hier zie je een ander signaal. Van een rupsje dat aan een dennentakje knabbelt. Het lijkt op het verhaal van de acacia en de giraf. De den reageert elektrisch (en/of chemisch) en die variatie in stroom plant zich voort door de plant naar beneden, gaat via de wortels en het mycelium van paddenstoelen naar andere bomen die het signaal blijkbaar toelaten of gewoon niet tegen kunnen houden. Ze vergelijkt die reactie met een schrikreactie van een mens: dan maakt je adrenaline aan en dat merk je in je hele lijf, het verandert op slag je interne huishouding. Zo gaat dat ook in de boom, als eraan gevreten wordt dan komt er een reactie. Misschien wel bij alle planten?
“Moet dat signaal per se door de bodem gaan? Kan het niet door de lucht?”
Ik denk dat het signaal ook door de lucht verspreid wordt. Dat zie je straks in een volgend filmpje.
Hier zie je ook de aangroei van schimmeldraden – mycelium – als een web door de hele bodem. Die draden kunnen kilometerslang worden. Zij vergelijkt dat web van draden in de grond met het world-wide-web van internet en telcommunicatie. En ze noemt dat het wood-wide-web. Dat betekent dat wortels van bomen elkaar niet per se hoeven te raken om stoffen en signalen uit te wisselen, als er maar een mycelium-web beschikbaar is. En mycelium heb je alleen in een vruchtbare bodem waar voldoende organisch materiaal in zit. Dus in verarmde gronden waar geen mycelium meer in zit, daarin is deze vorm van uitwisseling tussen bomen of planten onderling belemmerd.
Je kunt ook signalen uitwisselen met golven, met resonantie. Dat laat ze in dit filmpje zien. Je ziet dus een rechtstreekse uitzending van signalen die los staat van de uitwisseling van stoffen.
“Er is een prachtige film over dit onderwerp ‘Fungus’ (schimmels).”
Inderdaad een prachtige documentaire.
“Is een schimmel plantaardig of eigenlijk dierlijk?”
Het zit er een beetje tussen in. Weet jij dat Roel?
“Het zit er tussenin. Het heeft geen chlorofyl, dus het is geen plant. Hij haalt geen energie uit de zon.”
Waar leeft die dan op?
“Op suikers, die uit de plant komen.”
“In hoeverre zijn frequenties belangrijk? De aarde had 100.000 jaren geleden een frequentie tussen de 8 en de 10 Hz en nu zitten we overal boven de 100.000 Hz. Allemaal door de mens gemaakt.”
De planten zijn in miljoenen jaren evolutie ontwikkeld in een elektromagnetische omgeving van de aarde en de zon en de kosmos. De aarde kent in de atmosfeer een basisfrequentie van 7,8 Hz, de Schumannfrequenties. Als dat verandert, dan verandert ook de basisinformatie voor alles wat op de aardbol groeit en bloeit. Als de frequenties hoger worden komt er meer energie vrij. Soms heb ik het idee dat we op hol aan het slaan zijn. Ik weet niet waar dit uiteindelijk toe zal leiden.
“Je kunt over allerlei effecten debatteren maar er zit volgens mij wel een grens aan.”
Daar kun je inderdaad over debatteren meer de volgende vraag is dan: Wat kun je er aan doen? En ik denk dus dat wij als mensheid moeten leren te mediteren want als je de frequentie van jouw eigen brains, gekoppeld aan je liefde voor de aarde, massaal uitzendt, moet dat een dempend effect hebben op de toenemende hectiek van die hogere frequenties waar we mee te maken krijgen. Dus er is wel een antwoord maar het vraagt een grote geestelijke ontwikkeling.
“Ze zeggen vaak dat je moet proberen je eigen trilling te verhogen. Dat is zou dan juist positief zijn. Maar de trillingen van technologie, tja …”
Ik denk dat je de technische frequenties niet alsmaar verder moet verhogen. Maar er is ook de subtiele energie – uitgedrukt in Bovis en die je met pendelen kunt voelen – die de laatste jaren sterk verhoogd is. Dus er is wel degelijk iets aan de hand van toenemende energie. Dat kan in sommige gevallen misschien gezond zijn. Maar ik durf er mijn handen niet voor in het vuur te steken dat alle hogere frequenties gunstig zijn voor het leven.
“Nee”
“Water uit de magnetron – na afkoelen – heeft ook een verzwakkend effect op planten. Als je er plantjes mee voedt, dan gaat 60% dood.”
De plant pikt die 2,4MHz frequentie van de magnetron op via dat water en dat doodt iets in het water. Als je daar planten mee bewatert, dan worden ze zwak of ziek of gaan gewoon dood. In de boekjes van mijn medeauteur Sander Funneman, ‘Elektrisch Ecosysteem’ en ‘Elektrische Context’, gaat het helemaal daarover. Het noemt de reacties van planten en dieren en insecten op honderden verschillende frequenties. Neem bijvoorbeeld teken. Als je naar het bos gaat om bomen te tekenen, neem dan niet je mobiele telefoon mee, want die geeft een frequentie af waar de teek op af komt. Dat gaat om 0,9 GHz. [rumoer]. Maar de teek trekt weg bij de hogere frequentie van 5 GHz. Dus dan zou je zeggen neem rustig je telefoon mee het bos in.
“Ik kan ook de DECT-telefoon niet verdragen, dan krijg ik last van mijn oor. Het is een ramp, eigenlijk met alle mobiele telefoons. Ik kan er niet tegen.”Inderdaad. Als mensen last hebben van hun elektronische omgeving, dan is het eerste advies om je DECT-telefoon weg te doen. (Ook babyfoons werken soms met die frequenties, dus let op als je die koopt). Volgens Nederlandse huisartsen heeft 5 tot 7 % van de Nederlandse bevolking duidelijk last van de optelsom van allerlei frequenties. Er is zelfs een groep mensen die er heel veel last van heeft, bezig – ik dacht met de gemeente Westerbork – om een stralingsvrij gebied in de ruimtelijke ordening op te nemen waar deze mensen kunnen wonen. Daar kunnen ze alleen telefoneren met zo’n ouderwets mobiel telefoontje, maar niet met smartphones. Zo’n eenvoudig telefoontje reageert alleen op de telefoonfrequentie als er gebeld wordt. Maar de smartphone is constant op zoek naar verbinding met zendmasten met hoge frequenties om berichten te downloaden. Dus er zijn initiatieven om voor deze mensen een plekje op aarde te vinden.

Boom detecteert aardbeving. Als je dus ziet dat zo’n boom verbonden is met andere bomen en met de aarde, dan is het ook logisch dat, als er een aardbeving aankomt en er zich spanning opbouwt in de aardkorst, dat dit ook elektrische spanning kan opvoeren die waargenomen wordt door de wortels van bomen. Er is een aardbeving in Japan geweest terwijl onderzoekers de elektriciteit van een boom volgden. Zo hebben ze bij toeval ontdekt dat die boom elektrische signalen afgaf, een paar dagen voor de aardbeving en een paar uur eraan vooraf een nog veel sterker signaal. Er is nu een mondiaal netwerk in opbouw, onder leiding van het HeartMath Institute in de VS om die bomen wereldwijd met elkaar in een computerprogramma te verbinden. Dan kunnen ze de mensen waarschuwen als er weer zulke elektrische signalen voorkomen. Dus de elektriciteit van de boom en ons denken in elektriciteit ervan kan heel interessante maatschappelijke consequenties hebben.
“Dieren hebben dat natuurlijk ook. Want als je een onweersbui hebt, die misschien nog 1,5 kilometer verder op ligt, dan voelen dieren die al aankomen. Dat heb je natuurlijk ook bij die overstromingen en bij die tsunamies, dan was het frappant dat veel dieren naar veiliger plekken vluchtten. Olifanten, slangen, mieren enzo.”
Vroeger keken we veel meer naar de natuur – zoals het gedrag van dieren – om te lezen wat ons te wachten stond. Nu zijn we dat verleerd en moeten we onze computer aansluiten op de natuur om ons te waarschuwen. Als we naar de dieren zouden kijken dan zouden we de computer er niet voor nodig hebben.
“Wij hebben zelf ook dat waarnemend vermogen, maar hebben het niet meer in gebruik.”
Dat is precies het punt. We zijn dat contact kwijt.
“En daar luisteren we niet meer naar want we weten het zelf beter.”
“Er is een eilandengroep in de Indische oceaan, de ‘Alabats’ (?) waar de bevolking de tsunamie heeft overleefd. Omdat ze hem aan voelden komen. Zij wisten de veranderingen in de dierenwereld dus nog wel te interpreteren.”
In de westkust van Sri Lanka staat een klein lokaal tsunamie-museum, waar ook tekeningen hangen van dieren die al een paar dagen van tevoren aan het vluchten waren, vanwege hun ‘zesde zintuig’. En die mensen hebben dat niet gezien. Of als ze het wel zagen, had dat gedrag geen betekenis voor hen.
Ik vind het leuk dat de Milieuraad Zwolle belangstelling heeft om zo’n apparaatje aan een boom te hangen in de Nooterhof. Dus over een paar maanden kun je daar zien wat het elektrische gedrag is van die 46 bomen over de hele wereld die er nu op aangesloten zijn. Hun streven is om er minstens 100 bomen op aan te sluiten.

Misschien hebben jullie dit beeld wel gezien, onder het viaduct onder de A28 afslag Zwolle centrum. De foto is een jaar of twee/drie oud. Ik weet niet wie de schilder is. Ik beschouw dit als een soort waarschuwing van die wandschilder: jongens, als wij doorgaan met intensiveren van al die elektrische dingen, dan gaan we eraan met die bomen. Eigenlijk vind ik dit ook een kunstwerk, een hedendaags kunstwerk van een kunstenaar die aan ziet komen wat er staat te gebeuren zonder dat grote groepen dat beseffen; dat er met al die straling iets niet goed gaat en die schilder heeft dat in extreme vorm neergezet. En het is ook heel logisch dat zoiets gaat gebeuren als je denkt in elektrische en magnetische velden, want die hebben altijd contact met elkaar. Naarmate dat verder van elkaar staat wordt het effect minder sterk, maar het houdt eigenlijk nergens op. Als je daarom zegt: ‘alles is met alles verbonden’, dan is dat misschien een flauwekul opmerking maar eigenlijk is het een open deur. Via die frequenties en die harmonieën zijn we allemaal met elkaar verbonden. Wij ook!

Boom is ook een waterwezen. Ik denk dat je wel kunt zeggen dat zo’n 50% van een levende boom – dus niet alleen de stam, maar met alle bladeren en haarwortels – water of vochthuishouding betreft. Je ziet ook snel dat – als er geen water is – dat het proces stokt. Dat begint al bij de fotosynthese: als er een zonnestraal op het blad komt dan is er een elektron nodig om die energie op te vangen en dat elektron wordt vrijgemaakt doordat een watermolecuul zich splitst. Dat elektron wordt dan opgejaagd door de energie impuls van die zonnestraal, opgewonden kun je wel zeggen, want het elektron raakt daardoor in een hogere energietoestand. Als er dus geen water is, dan heb je geen fotosynthese. Daarom stopt de groei bij gebrek aan water.
Maar deze meneer, Herman Cleine, lid van Palet, heef dit schilderij ‘Atmosferische rivieren’ gemaakt naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek naar de beweging van water in de atmosfeer. Normaal gesproken zie je dat niet, maar Cleine heeft er een idee en een beeld bij gegeven. Ik laat een filmpje zien over dat onderzoek dat Cleine heeft geïnspireerd. Het loopt van 1 januari tot 31 december en toont het percentage van water in de atmosfeer dat afkomstig is van transpiratie, dus van verdamping door planten. Dat water komt dus niet van verdampende rivieren of zeeën. De rode tot zwarte kleur betekent dat meer dan de helft van waterstromen in de atmosfeer via planten in de lucht is gebracht. In de winter op het noordelijk halfrond is dat niets, maar vanaf april zie je de hoeveelheid water van de planten over de hele zomer toenemen en in oktober weer afnemen. De bladeren verkleuren en verdrogen en vallen af en er transpireert niets meer. Dan verschuift de rode kleur naar het zuidelijk halfrond. En laten we beseffen dat al het water dat door die atmosferische rivieren beweegt, meer is dan al het water dat via alle rivieren naar de zee stroomt.
Dit laat zien hoe belangrijk bossen zijn voor onze waterhuishouding. Niet alleen om, met de toenemende heftige regens, al dat water op te kunnen vangen maar ook om water te kunnen blijven leveren als er langere periodes van droogte gaan komen. Met de oplopende klimaatsverandering hebben we die bossen keihard nodig. Die moeten zorgen dat er voldoende vocht in de lucht komt. Voor beide extremen, van droogte en stortregens, zijn bomen cruciaal.

De mens in de natuur. We zijn dus heel intiem verweven, wij mensen en bomen. Dat is eigenlijk de boodschap. Het gaat om de relatie van de cultuur met de natuur. En bomen zijn gevoelig, niet alleen voor allerlei prikkels uit de omgeving, maar ook op aandacht van de mens.

Dat idee vind ik mooi verbeeld door Alex Grey. Die bomen hebben een soort uitstraling, weergegeven als transparante lagen rondom de boom. Die lagen kun je inderdaad voelen. En hier zie je de mens met zijn energielichaam. Beide energielichamen van mens en boom interacteren met elkaar. Ik denk dan altijd aan magnetische velden die op elkaar inwerken. Dus als je door het bos wandelt, is er altijd invloed van de bomen op jou. En als het een gezond bos is, voelt dat prettig. Maar ook een individuele boom heeft effect. Als je bijvoorbeeld vermoeid bent en je gaat tegen een eik aan staan of zitten, dan voel je je in 10 tot 15 minuten weer aangesterkt, opgeladen als het ware. Je hebt weer energie. Als je in je hoofd wat verward bent of vaag en wazig, ga dan naar een beuk of een linde, dan word je weer helder. Langs deze bomen stroomt die zachte energie omhoog langs de stam en verzamelt zich in je hoofd, je wordt helder. Bij een eik stroom die energie juist omlaag en laadt als het ware je voeten op en je wilt weer aan de gang. Als je weet wat je nodig hebt kun je een boom kiezen die je kan helpen die gewenste toestand weer te bereiken. Bomen kunnen echt invloed hebben op de heling of de gezondheid van de mens. En omgekeerd. Want de mens heeft ook invloed op de boom.
In Zuid-Afrika heb ik dat experiment gedaan met een groep van 30 mensen. Ongeveer twintig van hen kon de uitstraling van de boom goed voelen en de tien die er niet zeker van waren, heb ik gevraagd de boom te omarmen en aan mooie gedachten voor die boom te denken. Het ging om een grote vijgenboom (Ficus). De voelers stelden zich op in een van de uitstralingscirkels van die Ficus, hen noemde ik de detectors en de 10 mooie denkers noemde ik huggers. Hen vroeg ik om de boom met hartelijke warmte, liefde en aandacht aan te raken en te omarmen, te knuffelen. Binnen een minuut bewogen die detectors 4 meter achteruit, van de boomstam af. Dus het knuffelen van de mens heeft wel degelijk effect op de subtiele energie van de boom. Dit is weer een voorbeeld hoe je met geestkracht, positieve intentie en hartverbinding, liefdevolle aandacht, een positief effect kunt hebben op de vitaliteit van bomen of van de natuur.
“Er is in Japan een groot team dat onderzoek doet naar forest bathing. Ze onderzoeken wat het verblijf in bepaalde bossen allemaal doet met de mens die er wandelt. Dat zou werken via stofjes die de bomen in de lucht loslaten.”
Ja, Shinrin Yoku. Alleen, ik heb die boeken gelezen, verwijzen ze nergens naar een mogelijke verklaring aan de hand van elektromagnetische velden, naar die trillingspatronen, die die verbinding zo sterk maken. Ze beschrijven wel allerlei correlaties tussen het verblijf in zo’n bos en de menselijke gezondheid, maar ze geven geen fundamenteel oorzakelijk verband. Via zo’n trillingsweb ben je namelijk altijd verbonden en word je door elkaar beïnvloed. Maar dat moet je dus wel leren of gaan beseffen.

Cartoon met vraag aan de bomen. ‘Bij ons lukt het nog niet zo, dus mijn vraag is of jullie de komende tijd wat meer CO2 kunnen opnemen?’ [gelach].

Nu een klein beetje kwantumtheorie op het niveau van Ollie B Bommel. Marten Toonder heeft een prachtige strip geschreven over de kwantumtheorie. Het heet ‘De Kwanten’. Daarin legt hij – naar mijn smaak – uit wat de basisprincipes zijn van de kwantumtheorie. Een ervan is: Je gat op reis met een bus, maar je mag geen bagage meenemen. Dus de oude denkwereld moet je achter je laten. En als je toch wat mee wilt nemen, dan rijdt de bus gewoon weg zonder jou. En de tweede is: Als je in dat land komt, dan ga je de diepte in: de bus rijdt een poosje onder water en komt weer aan land. Dan denk je: wat heerlijk dat wordt een mooi natuurgebied met appels en peren en met zingende vogels en dan opeens zit je in dat land tussen de appels en peren en de zingende vogels.
Wat je denkt heeft effect op de werkelijkheid. De oproep om niet te vloeken is dan ook heel wezenlijk. Als je vloekt, dan verwens je iets en duikt de energie al naar beneden. Als je dankbaar bent, gebeurt er iets heel anders. Dan wordt die boom blij. Mensen worden blij. Dus de emotie die je uitdrukt – in trillingen – is heel wezenlijk voor je omgang met de natuur. Ik zal hier verder niet op ingaan, maar dit zijn enkele basisprincipes in het kwantumdenken die ik heel wezenlijk vind: Laat je bagage achter en wat je denkt kan gebeuren.

Tu m’ van Marcel Duchamp. Hij is, vermoed ik, een van die mensen die heeft geprobeerd heeft om enkele principes van de kwantumtheorie te verbeelden. Een aspect – ik heb het apart gekopieerd onder het schilderij – is de schaduw van een kapstok, een kurketrekker en een fietswiel. Daarvan zegt hij zelf: dit zijn afbeeldingen in het tweedimensionale vlak van driedimensionale voorwerpen die je niet ziet. Dus stelt hij zich de vraag: zijn wij met onze driedimensionale werkelijkheid, dan misschien wel een afbeelding van een vierdimensionale werkelijkheid? Een heel triggerende gedachte.

En hier zie je een hele rij dimensies en die vind je ook terug in het volgende beeld.
Je kunt hier golfpatronen in zien en de cirkels verbeelden waarschijnlijk elektriciteit en magnetische velden. En dit zijn allerlei dimensie die erdoorheen lopen en dat zijn er weer heel veel. Ik vind dit een prachtige figuratie van een heel complex begrip uit de kwantumtheorie. Ik heb vaak het idee dat een kunstenaar meer kan zeggen in de kunst dan een wetenschapper in een artikel.

Citaat van Malevitsj. Jullie kennen hem allemaal. Hij beschrijft waar het om gaat in het suprematisme, de kunststroming die hij ontwikkeld heeft. ‘Figuratie en een enkele hint naar een voorwerp komen voort uit de wens en de overtuiging ‘toegangsdeuren te openen’ en ‘ramen en deuren op te zetten’ en de waarneming van de ruimte van het leven, van het universum, door kleur en vorm mogelijk te maken’. Een kunstenaar die zich sterk bewust is van waar hij eigenlijk mee bezig is. En dat gaat om het uitbeelden van wat je niet ziet.

Dit werk is van een andere Rus, Filonov. Je ziet de Heilige familie van Josef en Maria met het kindje, afgebeeld in een zeer harmonische schepping. En zijn boodschap is: dit is een heilige familie, en die moet in heilig verband leven met de natuur. Dat betekent dus eigenlijk een oproep om je bewust te worden van de heiligheid van of het respect wat je hebt voor de natuur om je heen.

Ik wil ook iets zeggen over heilige bomen en ik beperk me even tot Sri Lanka. Jullie kennen allemaal het verhaal van de Boeddha, prins Siddharta die verlicht werd onder een vijgenboom. Een ent van die vijgenboom is verscheept naar Sri Lanka (zie linker plaatje), geplant in Anuradhapura, een van de oude koningssteden. Alle boeddhistische tempels in Sri Lanka hebben een ent van die boom. Als je het dus hebt over gewijde bomen, heilige bomen, is dit een heel mooi voorbeeld.
En dit rechts is een baobab, een belangrijke boom in centraal en west Afrika. Die staat midden in het dorp, daaronder worden dorpsvergaderingen gehouden, daar wordt recht gesproken, daar wordt gesproken met de voorouders. Afrikaanse handelaren die zo’n 500 jaar geleden naar Sri Lanka kwamen hebben zo’n boompje meegenomen en hier op enkele plaatsen geplant. Waarom doe je dat? Alleen maar omdat het een zeer waardevolle boom is, die betekenis voor je heeft.

Dus, afrondend, we betreden een wondere wereld, met veel dimensies, ook spirituele dimensies. En dan zijn jullie de eersten die het volgende beeld zien.

Dit is een collage die ik in Zuid-Afrika heb gemaakt tijdens een weekend met zo’n 30 tot 40 mensen, waarin ik heb geprobeerd mijn eigen zoektocht te verbeelden naar mijn verbinding met de natuur. Het toont aan de ene kant de intuïtieve ingang naar de natuur en aan de andere kant de wetenschappelijke natuurkundige ingang via elektronen, energie en lichtdeeltjes – fotonen. En als je die wereld binnengaat en beide zijden verbindt, dan krijg je allerlei talen die je niet meteen begrijpt, maar wel invoelt.
“Zie ik dan vooral zintuiglijke waarnemingen of gaat het vooral om energie ervaren. Of allebei? Tenminste dat gevoel krijg ik erbij.“
Ja, inderdaad, allebei, dat klopt.

En dan tot slot. Ik heb enkele malen het woord bewustwording genoemd. Ik ben nogal geïnspireerd door Rupert Spira, die zegt: als je tot je eigen bewustzijn wilt geraken, dan moet je naar binnen keren. Dus je laat je niet meer afleiden door wat je zintuigen allemaal in de buitenwereld waarnemen, maar je gaat naar binnen.
Als je dat doet met alles wat je voelt en ervaart, en je verbindt dat met het grote geheel, dan heb je liefde.
En als je je gedachten en je denken in verband ziet met alles wat er in je en om je heen gebeurt, dan levert dat wijsheid.
En als je je zintuigen gebruikt en die indrukken verwerkt in het verband van het grote geheel dan krijg je kunst.
Dat vind ik eigenlijk wel een mooie afsluiting.
Add comment