Vissen luisteren met hun hele lijf

De Volkskrant van zaterdag 09 januari 2021 biedt een recensie van een nieuw boek van wetenschapsfilosoof Peter Godfrey-Smith met als titel ‘Metazoa – Het dierenrijk en de evolutie van het bewustzijn’. Spectrum. Uit deze recensie neem ik [Henk Kieft] enkele alinea’s over die sterk aansluiten bij ideeën die groeien binnen de kwantum biologie. Er vallen termen als materie, energie, ordening, informatie en bewustzijn. Het boek lijkt zeer toegankelijk en de moeite van het lezen waard. De prachtige illustratie van de geoorde vissen bij de recensie is van Claudie de Cleen.

“Soms raak ik bevangen”, zegt de recensent Marja Slob “door een biologische duizeling. Dan denk ik : hoe is het mogelijk? Hoe kan het dat mijn lichaam, dat in feite niets anders is dan een klontje materie in de ruimte, kan proeven, denken, voelen, dromen? Hoe moet ik het me voorstellen dat materie zichzelf ervaart? Precies dit wonder doet zich voor in mij, in andere mensen en in nog veel meer diersoorten. “

“Wie zich door deze vraag laat aanraken, kan zijn hart ophalen aan Metazoa (‘dierenrijk’) van Peter Godfrey-Smith. De Australische wetenschapsfilosoof, bekend van zijn boek Buitengewoon Bewustzijn, waarin hij de mentale vermogens van octopussen belichtte, stelt zich in Metazoa ten doel om te schetsen hoe cognitie in de loop van de evolutie zou kunnen zijn ontstaan. Daartoe duikt hij de zee in. …. Daar zijn honderden miljoenen jaren geleden de eerste zenuwstelsels gevormd. Verderop in zijn boek kruipt Godfrey-Smith ook nog het land op om te verkennen wat direct zonlicht met leven doet. …’Wij dragen de zee nog in al onze cellen’, heet het in zijn effectieve proza.” [Terzijde HK: ik vind het heel boeiend dat deze filosoof geïnspireerd is door hetzelfde beeld waarop ik de introductie van mijn boek Quantum Leaps in Agriculture heb gebaseerd, namelijk het beeld van leven dat ontstaat tussen water in licht. En dat boeren dus aan het werk zijn precies in die ontmoetingsplaats.]

Hij begint met de vraag wat een klontje materie eigenlijk levend maakt. “Een organisme is levend doordat het op een bepaalde manier is georganiseerd. Zoiets simpels als een cel leeft doordat het voortdurend stoffen uitwisselt met de omgeving, dus met wat het zelf niet is. Waar leven is, is een ‘binnen’ en een ‘buiten’. Ondertussen is het in de cel zelf een en al elektrische turbulentie. Om als eenheid te kunnen voortbestaan, moet een cel daarin enig ritme, enige pulsering zien aan te brengen. Leven draait dus om ritme, om het aanhouden van een eigen frequentie ten opzichte van de buitenwereld – tot het je daartoe aan energie ontbreekt. Dan val je uiteen.”

“Een heel vroeg, heel simpel dier ontstond misschien op het moment dat een klontje cellen zich hol trok om voorbijstromend voedsel heen. Zo kon die celklomp voedsel bij zich houden en er spijsverteringsenzymen op los laten, voordat het eten wegdreef. En stel nu eens dat dit klompje cellen de elektrische impulsen in zijn lijf zodanig weet te organiseren dat het zich kan voortstuwen. Dan kan het gericht voedsel zoeken … of zelfs … nog levend voedsel te pakken krijgen. Wat een concurrentievoordeel.”

“Een dier dat doelgericht zoekt wat het nodig heeft om in leven te blijven, moet informatie uit zijn omgeving kunnen interpreteren [HK: Opperde ook Schrodinger niet hetzelfde al in 1944 in zijn boek What is Life?] en vertoont dus een vorm van cognitie. Het zal ook een basaal lichaamsbesef moeten hebben.” …

“Metazoa is ook een spannend filosofieboek, dat het klassieke vraagstuk van de verhouding tussen lichaam en geest met open vizier tegemoet treedt. In een wereldbeeld als dat van Godfrey-Smith is de geest, bewustzijn, (zelf)ervaring – of hoe je het ook noemen wilt – een lichamelijk verschijnsel. En ho! Pas op dat de oude religieuze, antropocentrische taal van de ziel je nu niet in de weg gaat zitten. De geest is zelfs geen product van biologische processen. Vergelijk de geest liever met honger. Honger ‘is’ nergens, het is geen apart ding. Honger is simpelweg een hoedanigheid van het lichaam in een bepaalde interne toestand. Probeer de geest ook zo te zien. Dan kun je je eigen bestaan begrijpen zonder de natuurwetten te hoeven tarten.”

… “Godfrey_Smith nodigt je uit om een vissenlijf te zien als een groot oor, eindeloos gevoelig voor druk en rimpelingen het water. Vissen hebben een lichaam dat overal luistert! Dat maakt het misschien iets minder verwonderlijk dat sommige vissen blues kunnen onderscheiden van klassieke muziek, zoals onderzoekers hebben geconstateerd. En wat te denken van het gegeven dat insecten weten wanneer hun lichaam gewond is? Misschien is een manke poot voor een insect zoiets als een lekke band voor ons – gewoon lastig. Maar misschien ook niet. We zijn verre verwanten, we delen een basale interne organisatie. Kunnen we er dan niet beter van uitgaan dat insecten op hun manier pijn ervaren?”

“In zijn lenige Metazoa laat Godfrey-Smith zien dat leven draait om interne organisatie, en dus van meet af aan een rudimentair gevoel van binnen en buiten veronderstelt. Dat gevoel kan gradueel uitgroeien tot het zelfbesef dat mensen (af en toe) toevalt. Computers hebben dat allemaal niet. Zij hoeven namelijk geen enkele moeite te doen om zich staande te houden in een natuurlijke omgeving. Als je echt iets wilt begrijpen van cognitie, vergaat dan de computer als referentiepunt – veel te plat. Kijk liever beter naar dieren, en verwonder je over het leven op aarde.”

Henk Kieft

Add comment